Voor de noodzakelijke transitie naar schoon en duurzaam vervoer is een openbaar vervoer zonder diesel of andere fossiele brandstof een belangrijke voorwaarde. En dat kan op korte termijn en kostenefficiënt, zonder inbreuk te doen op het voorzieningenniveau. De reiziger hoeft op geen enkele manier hinder te ondervinden van de overstap naar een duurzaam OV. Daarom moeten we ervoor waken dat het vervoer altijd leidend is en de laad- en tankinfrastructuur volgend.
Duurzaam en schoon openbaar vervoer
Concessies worden diverser en complexer, omdat schoon en duurzaam vervoer een grotere rol spelen. Dit gaat bijvoorbeeld gepaard met een groeiend aantal kleinere voertuigen. Voor OV-bedrijven vormt het bieden van duurzaam openbaar vervoer voor hetzelfde budget de grootste uitdaging. Vooral omdat de transitie naar duurzaam vervoer technisch complex is en het aanleggen van een tank- en laadinfrastructuur van invloed kan zijn op de prijs van het OV.
Om het openbaar vervoer in Nederland groen, schoon en duurzaam te maken is een goede infrastructuur met tank- en laadmogelijkheden van wezenlijk belang. De maatschappelijke wens voor schoon vervoer werd in het bestuursakkoord tussen vervoersbedrijven, vervoersregio’s en provincies nog maar eens onderstreept. In dat akkoord staat de afspraak om vanaf 2025 alleen nog maar schone bussen aan te schaffen; om vervolgens vanaf 2030 uitsluitend met bussen op duurzame, zero emissie brandstoffen rond te rijden.